De wandeling van de koninklijke parken

De Wandeling van de Koninklijke Parken bestaat uit een 2,8 km lange lus en twee uitbreidingen van 1,7 km naar de 21 juli-square en 1,3 km naar de Tuin van het Chinees Paviljoen. De wandeling verbindt verschillende groene ruimten die Leopold II liet aanleggen. Deze groene ruimten bevinden zich in de nabijheid van het koninklijk paleis van Laken. De koning wilde zijn paleis omgeven met een aantal groene pareltjes. Elk van deze groene ruimten had een welbepaalde functie.

Tot in 1951 huisvestte de Koloniale tuin in uitgebreide serres een collectie exotische planten die werden meegebracht uit Congo. Aan de ingang van de tuin liet Leopold II een villa in Normandische cottagestijl bouwen. Het park werd in 1964 opengesteld voor het publiek.

Het Sobieskipark werd in 1903 aangelegd tegenover de Clementinasquare. Dit was de koninklijke vruchtentuin, met exotische bomen in potten en een boomgaard. In 1975 werd het park, waarin nog een paar oude fruitbomen staan, een publieke tuin.

Verscholen achter het Sobieskipark, werden eind 19e eeuw de Tuinen van de Bloemist aangelegd om er de sierbloemen te kweken die bestemd waren voor de koninklijke verblijven. Vandaag hebben ze een iets eigentijdser uitzicht gekregen. Naast een panoramisch uitzicht op Brussel bieden ze de bezoekers ook de geneugten van een siertuin met de meerwaarde van een zeer gevarieerde didactische tuin.
De 21 juli-square werd in 1908 aangelegd door architect Charles Girault en daarna in 1938 door René Pechère hertekend in functie van het gedenkmonument voor koningin Astrid dat intussen achteraan in de tuin een plek gekregen had. De classicistische aanleg en de plaatselijke sfeer nodigen uit tot rust en bezinning.

Het park van Laken, hoewel relatief sober aangelegd, is geïnspireerd op de Engelse landschapsstijl. Het speelt met het reliëf en geeft een spectaculair vergezicht over de stad. Midden in het park werd het monument van de dynastie opgericht, in een flamboyante neogotische stijl, ter nagedachtenis van Leopold I.

De Japanse toren en het Chinees Paviljoen bieden een prachtig decor voor de kostbare kunstcollecties uit het Verre Oosten van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. Hun respectieve tuinen zijn oosters geïnspireerd.