Het park strekt zich uit over de Molenbeekvallei en vormt een geheel van halfnatuurlijke landschappen en meer op recreatie gerichte zones. Het maakt ook integraal deel uit van een Natura 2000-gebied.
Het eerste deel van de site omvat de Heilig-Harttuin en het laagst gelegen deel van de Molenbeekvallei. Dit gedeelte werd omgetoverd tot een klassiek landschapspark met een afwisseling van grasperken, vijvers, plantenborders, bos en populierenaanplanting. De noordflank wordt begrensd door het Dielegembos.
In het tweede deel werd er een vijver aangelegd. Vanuit een ecologisch streven werden de bermen van deze vijver gerestaureerd om hen van een typische waterkantbeplanting te voorzien.
Het derde deel wordt gekenmerkt door een parkzone rond de chalet van Laarbeek, weides, de boomgaard, de kinderboerderij van Jette en de site van de Gallo-Romeinse villa. U vindt er overal bronnetjes en het wordt doorkruist door kleine pittoreske paden.
Het grenst onmiddellijk aan het Laarbeekbos, het natuurreservaat van Poelbos en het natuurreservaat van het moeras van Jette. Tal van bomen werden opgenomen in de inventaris van de opmerkelijke bomen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In de drie delen van het park werden onlangs meerdere speelterreinen aangelegd.
Openingsuren
Altijd toegankelijk
De parkbewaking wordt 7 dagen per week verzorgd door één of meer parkwachters, volgens dit schema:
- van 1 oktober tot 31 maart, van 8u00 tot 17u45;
- van 1 tot 30 april, van 8u00 tot 18u45;
- van 1 mei tot 31 augustus, van 8u00 tot 20u45;
- van 1 tot 30 september, van 8u00 tot 19u45.
Contact
Leefmilieu Brussel: 02 775 75 75, info@leefmilieu.brussels
Ingangen
Deel I: Heilig-Hartlaan, Wemmelsesteenweg, Eugène Toussaintstraat, Valère Broekaertstraat en Bonaventurestraat.
Deel II: Eugène Toussaintstraat, Wereldtentoonstellingslaan en Antoine Baeckstraat.
Deel III: Wereldtentoonstellingslaan, Laarbeeklaan en Kleine Sint-Annastraat.
TRAM: 19 (halte(s) : Jette Station) - 9 (halte(s) : Tentoonstelling)
De gemeente Jette besliste in 1977 om op de niet-bebouwde terreinen van de Molenbeekvallei een park in te richten. Zo wilde ze een van de laatste enclaves van natuurlijk Brabants landschap beschermen. Het park moest een uitgestrekte groenzone van meer dan 100 hectare vormen. Het zou het Laarbeekbos, de moerassen van Jette en Ganshoren, het Poelbos, het Dielegembos en het Heilig-Hartbos met elkaar verbinden.
Die groene zone zou, in de context van de Brusselse agglomeratie, in het noorden een tegenhanger worden van het Terkamerenbos en het Zoniënwoud in het zuiden, en van het Woluwepark en de openbare parken van die vallei in het oosten.
Omdat het om een heel grote opdracht ging, kocht het Brussels Gewest alle terreinen aan die nodig waren voor dit park. Zo werd het een project met een gewestelijke dimensie.
1980 was het jaar van de honderdvijftigste verjaardag van België en daarom viel de keuze op de naam ‘Koning Boudewijnpark’.
De aanlegwerken verliepen in drie delen (I, II en III) die elk overeenstemden met een van de drie huidige verschillende delen van het park. Het eerste deel werd in 1981 opengesteld voor het publiek, het tweede in 1983 en het derde in 1989.
Monumenten
Resten van een Gallo-Romeinse villa
Archeologische opgravingen tussen 1968 en 1971 legden een Gallo-Romeinse villa bloot langs de Boslaan in het deel III van het Koning Boudewijnpark. Ze werd bewoond van de tweede eeuw tot het midden van de derde eeuw na Christus. De ligging is niet zo verrassend, want ze bevindt zich op minder dan een kilometer van de oude Romeinse heirbaan en dicht bij een aantal waterbronnen (natuurlijke bronnen en de Molenbeek).
De villa heeft het klassieke plan: twee gebouwen met gevels die haaks op elkaar staan. Ze zijn verbonden door een galerij die achteraan toegang geeft tot een groot rechthoekig plein met bijgebouwen. De ruïnes werden beschermd door het besluit van de Brusselse regering van 13 april 1995.
De chalet van Laarbeek
De chalet ligt in het deel III van het park. De toenmalige eigenaar van het Laarbeekbos, advocaat Eugène Vanden Elschen, liet hem bouwen in 1908. De Luikse architect Charles Castermans ontwierp een gebouw in neo-Normandische stijl. Het heeft het typische dak met veel dakschilden en -erkers. Het Brussels Gewest restaureerde het heel bouwvallige gebouw bij de aanleg van dat derde deel van het park en bracht er een café-restaurant in onder.
Beeldhouwwerken
Zijne majesteit koning Boudewijn I (1982)
Een bronzen buste op stenen sokkel van de hand van Henri-Hubert Lenaerts staat bij de ingang van het park (deel I) aan de Eugène Toussaintstraat.
Zonder naam (1999)
Op enkele meters van de buste van Boudewijn I, staan twee primitieve beeldhouwwerken in lavasteen van Georg Hüter tegenover elkaar. Het ene richt zijn ‘tanden’ naar de hemel, het andere naar de grond.
Steen in de vorm van een omgekeerde piramide (1983)
Jean-Marc Navez ontwierp dit kunstwerk ter plekke voor de tentoonstelling ‘Steen in de hedendaagse Belgische kunst’. Het staat aan de ingang van het park (deel I), aan de kant van de Valère Broekaertstraat. Vier granietblokken in kruisvorm zijn geschikt rond een ruimte met in het midden een mysterieuze omgekeerde piramide van steenblokken.
De zeven steunpilaren van de wijsheid of Wood Piece (2004)
Leefmilieu Brussel – BIM heeft een aantal jaren een wedstrijd voor monumentale kunstwerken gesponsord. Het werk van de laureaat krijgt dan een permanent plaatsje in een park van het Gewest. Een installatie van zeven massief houten zuilen met verschillende hoogte van beeldhouwer Jano (Jean Alexandre Noskoff), kreeg hier een plaatsje in het deel III van het Koning Boudewijnpark, nabij het chalet van Laarbeek.